> Mijn hond - Ziekten > Endocriene ziekten

Endocriene ziekten

Diabetes

Wist u dat...? 

  • Ongeveer 1 hond op 200 krijgt diabetes.
  • De ziekte is al enkele jaren in opmars. Oorzaak: een meer sedentaire levenswijze en wijzigingen in de voeding.
  • Geen paniek als uw hond diabetes krijgt: dankzij een geschikte behandeling kan hij een lang en gelukkig leven aan uw zijde leiden.

Heeft uw hond de ziekte?

Download onze speciale diabeteschecklist met de belangrijkste vragen die u bij uw volgende bezoek aan uw dierenarts kunt stellen! Een ideaal hulpmiddel om niets essentieels te vergeten en zo diabetes met succes te beheren!

 

Download de diabeteschecklist!

Wat voor ziekte is het?

Diabetes is een chronische ziekte die veroorzaakt wordt door een tekort aan of een slechte regeling van de insuline in het organisme. 

 

Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier (het orgaan achter de maag) geproduceerd wordt. Het regelt het suikergehalte in het bloed en zorgt ervoor dat suiker door ons organisme als energiebron wordt gebruikt. 

 

Bij een hond die aan diabetes lijdt, is de productie van insuline door de alvleesklier verstoord. Daarom kan het dier zijn bloedsuikergehalte niet doen dalen. De glucose stapelt zich daardoor op in het bloed en veroorzaakt diverse gezondheidsproblemen voor het dier.

Wat is de kans dat mijn hond diabetes krijgt?

Net zoals bij mensen komt diabetes vaak voor bij onze viervoeters. Naar schatting 1 op de 200 honden krijgt de ziekte, een percentage dat al enkele jaren stijgt. 

 

Doorgaans ontwikkelt diabetes zich bij honden van middelbare leeftijd. Sommige, hieronder vermelde factoren verhogen het risico op de ziekte:

  • Zwaarlijvigheid: Overgewicht is bij dieren een heel grote risicofactor in de ontwikkeling van diabetes;
  • Niet-sterilisatie van teefjes: Niet-gesteriliseerde teven ondervinden de invloed van bepaalde hormonen die het glucosegehalte langdurig verhogen, wat op die manier de ziekte kan veroorzaken;
  • De inname van geneesmiddelen: De toediening van bepaalde geneesmiddelen (corticoïden) kan verstoringen van het suikermetabolisme in het lichaam veroorzaken.

Als er bovendien een voorgeschiedenis van diabetes in de familie van uw dier is, dan loopt het ook een groter risico om de ziekte te krijgen. 

 

Tot slot zijn sommige rassen vatbaarder voor diabetes dan andere:

  • Cockerspaniël;
  • Cavalier King Charles-spaniël;
  • Teckel;
  • Miniatuurpoedel;
  • Samojeed;
  • Rottweiler;
  • Beagle;
  • Schnauzer.
Wat zijn de symptomen?

Diabetes uit zich via verschillende symptomen die u gemakkelijk kunt herkennen:

  • Buitensporige dorst;
  • Overvloedig plassen (vaak zichtbaar omdat de hond onzindelijk wordt);
  • Gewichtsverlies ondanks een toegenomen eetlust, te wijten aan het feit dat het organisme de glucose niet goed kan opnemen;
  • Gebrek aan energie, vermoeidheid;
  • Vale en droge vacht.


De ziekte ontwikkelt zich eerder traag en onopvallend maar, zonder aangepaste behandeling kunnen de complicaties dramatisch zijn. 

 

Op lange termijn kan de ziekte dan immers cataract veroorzaken en tot blindheid leiden.

Hoe de ziekte behandelen?

Hoewel er geen enkel medicijn is om de ziekte te genezen, kan uw hond een perfect normaal en actief leven leiden mits een specifieke behandeling, die u gemakkelijk kunt toedienen. 

 

De behandeling van diabetes bestaat uit het dagelijks toedienen van insuline. In de meeste gevallen moet de insuline twee keer per dag worden toegediend. 

 

Als uw hond diabetes heeft moet u dus leren om de insuline onderhuids te injecteren. Gelukkig bestaan er tegenwoordig, net als voor mensen, insulinepennen voor een gemakkelijke toediening.

De vereiste dosis wordt door de dierenarts bepaald. Hij berekent een basishoeveelheid naargelang het gewicht van uw hond. Hij volgt ook aandachtig de gezondheid van uw dier op, door op specifieke tijdstippen na het toedienen van de insuline het bloedsuikergehalte te controleren met een glucosemeter. Zo kan hij de maatregelen bijsturen indien nodig. Zodra de juiste dosis bepaald is, zult u snel verbetering zien in de gezondheidstoestand van uw dier.

Uw dierenarts zal u raadplegen voordat hij het precieze behandelingsplan opstelt, zodat hij maximaal rekening kan houden met het tijdsschema van de persoon die de behandeling zal uitvoeren.

Parallel met het toedienen van insuline moeten er enkele veranderingen doorgevoerd worden, vooral op vlak van voeding: 

  • Zorg ervoor dat uw dier een optimale fysieke conditie en gewicht heeft;
  • Geef hem aangepast voedsel voor honden met diabetes;
  • Geef hem eten net voordat u de insuline toedient. 

Omdat de insulinedosis afhangt van de hoeveelheid glucose die uw dier elke dag nodig heeft, is een heel regelmatige voeding belangrijk. Uw hond moet dus elke dag dezelfde hoeveelheid voedsel krijgen, waarvan de samenstelling zo vaak mogelijk dezelfde moet zijn.

 

Voor niet-gesteriliseerde honden wordt deze ingreep aanbevolen zodat de diabetes gemakkelijker aangepakt kan worden. In bepaalde gevallen zorgt sterilisatie er zelfs voor dat de diabetes spontaan verdwijnt!

 

 

Tips:

  • Lichaamsbeweging wordt aangeraden voor honden met diabetes, maar moet regelmatig gebeuren.
  • Als u uw hond te weinig insuline hebt toegediend, geef hem dan nooit een tweede dosis. Dat kan nefast zijn voor uw dier.
  • Als uw hond tekenen van een te lage bloedsuikerspiegel vertoont (grote zwakte, verlies van bewustzijn), moet onmiddellijk opgetreden worden om het glucosegehalte in zijn bloed te verhogen. Als uw dier wakker is en nog in staat is om te slikken, geef hem dan een suikeroplossing in de mond met behulp van een spuit (suiker, honing enz.). Als uw hond niet meer kan slikken, breng dan honing of ahornsiroop aan op zijn tandvlees en neem onmiddellijk contact op met de dierenarts (geef hem dan geen enkele vloeistof om te vermijden dat ze in de luchtpijp stroomt).

 

Leer de tekenen van een te lage bloedsuikerspiegel herkennen!

Bij een te lage bloedsuikerspiegel krijgen de hersenen van uw hond onvoldoende brandstof, wat zijn leven in gevaar brengt. Hoewel dit fenomeen op elk ogenblik van de dag kan voorkomen, is het risico het grootst tussen 3 en 7 uur na toediening van de insuline.

 

Het eerste symptoom van een te lage bloedsuikerspiegel is een onverwachte honger, die gepaard kan gaan met een opgewonden toestand, of net lusteloosheid.

 

Als de bloedsuikerspiegel blijft dalen, zal uw hond beginnen beven of vreemde bewegingen maken (vallen, trappelen). 

 

Uw hond zal ten slotte in een diepe slaap vallen waaruit hij moeilijk of zelfs onmogelijk te wekken is. 

 

Zodra u de eerste symptomen van een te lage bloedsuikerspiegel opmerkt, moet u zo snel mogelijk reageren om deze terug op te krikken. Geef hem dus onmiddellijk eten. 

 

Als hij niet meer in staat is om te eten, kunt u hem druivensuiker of een oplossing met honing geven. Als de toestand van uw hond niet onmiddellijk verbetert, is het van het grootste belang om onmiddellijk contact op te nemen met uw dierenarts.

Symptomen van een lage bloedsuikerspiegel bij honden: 

  • Honger op onverwachte momenten;
  • Opwinding, of net neerslachtigheid;
  • Trillingen of rillingen;
  • Vreemde bewegingen (vallen, trappelen);
  • Diepe slaap waaruit hij moeilijk of zelfs onmogelijk te wekken is

Hypothyreoïdie
Wat voor ziekte is het?

Hypothyreoïdie is een hormonale ziekte die vaak voorkomt bij honden en te wijten is aan een te lage productie van schildklierhormonen

 

Die hormonen worden geproduceerd door de schildklieren in de hals en spelen een fundamentele rol in de normale werking van het organisme en de regeling van het metabolisme: haargroei, lichaamstemperatuur, werking van het hart, enz. 

 

De ziekte treft alle hondenrassen, zowel mannetjes als vrouwtjes, en komt gewoonlijk voor tussen 2 en 6 jaar.

Wat zijn de symptomen?

Als er onvoldoende schildklierhormonen worden aangemaakt, beïnvloedt dit het normaal functioneren van uw hond, wat leidt tot diverse symptomen: 

  • Gebrek aan energie, vermoeidheid;
  • Gedragsproblemen;
  • Gewichtstoename;
  • Haaruitval, een minder gezonde vacht.

Omdat de symptomen en hun intensiteit variëren van geval tot geval, is het niet eenvoudig om de ziekte te detecteren. In geval van twijfel raden we u aan om altijd uw dierenarts te raadplegen. 

Hoe de ziekte behandelen?

Uw dierenarts kan met verschillende onderzoeken bepalen of uw hond aan hypothyreoïdie lijdt. Indien dit het geval kan dan een vervangend schildklierhormoon toegediend worden. Deze behandeling is erg eenvoudig en verbetert snel de gezondheid van uw dier. Zijn vacht zal er na enkele weken opnieuw als voorheen uitzien!

 

Vervolgens is een regelmatige opvolging bij de dierenarts nodig om het schildklierhormoongehalte te controleren. Dankzij een goede behandeling kan uw hond dus een lang en gelukkig leven aan uw zijde leiden!

BE-NON-200100043

Contacteer ons

Word lid van onze community! Afspraak op onze Facebookpagina voor alle mogelijke advies, tips en tricks voor de gezondheid en het welzijn van uw dieren!

Vragen, opmerkingen of suggesties?
Stuur ons een bericht via Facebook.